*1. Sich um etwas die Schuhsohlen ablaufen.
Holl.: Hij loopt zijne schoenen intwee, om ook in 't spel te zijn. (Harrebomée, II, 254b.)
*2. Und wenn's auch ein paar Schuhsohlen kostet.
Holl.: Al zou het de zolen van mijne schoenen kosten. (Harrebomée, II, 253b.)